De Senneh-tapijten worden vervaardigd in de stad Sanandadj, hoofstad van Iraans Koerdistan.
De naam van de Perzische (of asymmetrische) knoop werd ook ontleend aan deze stad. De productie, rond het einde van de 19de eeuw, verwierf een wereldreputatie dankzij een uitmuntende uitvoering van tapijten en kelim-weefsels.
Paradoxaal is echter dat Sanandaj een plaats is in het hartje van een regio waar de Turkse (symmetrische) knoop gebruikt wordt.
Het lukte de knopers van Sanandaj tapijten, met wollen pool op zijden ketting en inslag, te produceren die het miljoen knopen per m² ruim overtroffen.

«The weavers in Senneh spin their own yarn,very thin and with considerable twist. You meet them in the street spinning as they walk. The Senneh dyers are skilled and careful, and the dyes which they use are good. Their medium, blue is as fresh and clean as any dyed in Persia; and their yellow (which they dye with vine leaves mordanted with alum) is as rich as guinea gold.
While I was in Senneh, I had the satisfaction establishing – beyond the possibility of a doubt – that only the Turkish knot is woven there. I trust that from now on the word Senneh will not be misused ( as it has been misused for so long) to indicate the Persian knot. »
Cecil Edwards, The Persian Carpet (Duckworth, 1953)